Eindexamen 2019. De schilderijen van Esther Schlebos ontstaan in de eerste plaats uit haar liefde voor de natuur en in het bijzonder het Drentse Landschap. Daarnaast is ook haar voorliefde voor het mystieke in haar werk zichtbaar. Niet toevallig leent juist dit Drentse Landschap zich daar uitstekend voor. Zij maakt bij voorkeur plein air studies om daarna haar schilderijen in het atelier uit te werken.

Eindexamen 2019. De thema’s voor zijn werk haalt Ton uit zijn directe omgeving. Schoonheid is overal om je heen te vinden, maar als je verder dan de schoonheid kijkt, zie je vaak in het verborgene een rauwe kant. Met betrokkenheid voor zijn onderwerpen, is hij niet op zoek naar het neerzetten van een mooi plaatje, maar zoekt hij naar emotie.

Eindexamen 2012. Techniek: schilderen (olieverf, aquarel) Eerder werkzaam als orthopaedagoge, extra creatief. ‘Mensen en kinderen vormen mijn inspiratie. Ik schilder naar waarneming en concentreer me op lichtval, zachtheid en kleuren. Inmiddels schilder ik ook natuur, o.a bomen.’

Examenjaar 2018. Technieken en materialen: hout, keramiek, brons en kunsthars, gemengde technieken. ‘In mijn werk is de mens meestal het uitgangspunt. De mens en zijn relatie met de omgeving, het landschap, of in zijn relatie tot anderen. Kwetsbaarheid en verstilling spelen hierin een rol en het materiaal dat ik daarvoor gebruik ondersteunen deze elementen. Ik maak mijn beelden eerst naar waarneming, maar daarna verandert het beeld in iets anders. Ik ga experimenteren; lagen creëren'.

Eindexamen 2017. Techniek: schilderen. ‘De natuur is een grote inspiratiebron voor mij. Al rijdend in de auto wordt het me allemaal aangereikt, een onuitputtelijke bron van verbluffende schoonheid met her en der stalen gedrochten door mensen geplaatst. In mijn serie ‘Black to Black’ ben ik terug gegaan naar de basis, naar de kleuren en tonen die me zo lief zijn, namelijk zwart en alle nuances van zwart. Het is een serie geworden die gaat over sfeer en sterke contrasten.'

Eindexamen 2016. Techniek: schilderen. Momenteel werkzaam als docent aan de Klassieke Academie. ‘In mijn werk probeer ik juist het gewone (of misschien het ongewone) een podium te geven. Want schoonheid zit in kleine dingen. Vaak zien we het niet omdat het zo gewoon en alledaags is. Door er met aandacht naar te kijken, ontvouwt de pracht zich in structuur, kleur en vorm.’

Eindexamen 2017. Techniek: schilderen. ‘Mijn schilderijen gaan over kleur en licht, hoe kleur verandert doordat er licht op valt. Het onderwerp is niet zo van belang, hoewel ik dol ben op stillevens. Met voorwerpen die betekenis voor mij hebben, zoals een oude rode pan die ik vond tijdens een wandeling. Helemaal vies en verroest, maar met een prachtige kleur.’

Eindexamen 2019. In haar werk staat de vrouw centraal, zowel haar oerkracht als haar kwetsbaarheid wil zij uitdrukken. Het kledingrek vormt de omlijsting van de panelen, deze verbeeldt de hardheid van de maatschappij. Hoewel Folly klassiek is opgeleid experimenteert zij in haar werk met ideeën en methodieken, waarmee zij een eigentijdse wereld creëert.

Eindexamen 2018. Techniek: beeldhouwen. ‘Het belangrijkste beeldend element in mijn werk is beweging, gebaseerd op ingetogen houdingen binnen de dans. Hierbij maak ik regelmatig gebruik van een combinatie van mens en dier. Dit heeft te maken met theatrale en carnavaleske uitingen’.

Eindexamen 2016. Techniek: beeldhouwen (brons), keramiek, glas. ‘Ik ben gespecialiseerd in portretten. De mensen om mij heen en hun manier van communiceren zijn mijn inspiratiebron.’

Eindexamen 2014. Techniek: schilderen. ‘Het gaat mij niet als eerste om ‘mooi’. Veel belangrijker is dat het schilderij iets te vertellen heeft. Dan kan het onderwerp van alles zijn. De mens staat echter altijd centraal, als veroorzaker, afstandelijke waarnemer en soms als slachtoffer. Ik werk graag in opdracht, of dat nu een portret, een bedrijfssituatie of een persoonlijk verhaal is.’

Eindexamen 2015. Techniek: schilderen. ‘In mijn werk zijn licht en kleur belangrijk, neergezet in een losse toets, vaak contrastrijk en beweeglijk. Ik beschouw schilderen als een zoektocht tussen figuratie en abstractie. De schoonheid van het alledaagse in mijn directe omgeving is mijn voornaamste inspiratiebron.’

Eindexamen 2016. Techniek: schilderen. Studeerde eerder aan TU Delft, afdeling Bouwkunde en aan Academie Minerva. ‘Onlangs maakte een collega-kunstenaar in een interview de opmerking, dat een werk voor de kunstenaar een eindpunt bereikt op het moment dat het af is, maar dat hij hoopte dat het voor de kijker een beginpunt is. Ik had het niet beter kunnen verwoorden.’

Eindexamen 2016. Techniek: schilderen. ‘Elk werk is voor mij een verkenning, die kan worden gelezen als textuur, vorm, structuur en kleur met elk een eigen karakter. De krachtige beelden en composities worden versterkt door opkomende emotionele reacties op de natuurlijke omgeving.’

Eindexamen 2018. Techniek: schilderen, tekenen met inkt, grafiek, etsen. ‘Hoewel mijn werken verhalen in zwarte en witte lijnen zijn, probeer ik een kleurbeeld weer te geven zonder kleur te gebruiken. De diverse grijstonen moeten voor de toeschouwer als een kleurrijk geheel werken. Dramatiek in mijn werk is mijn hoofddoel. Dat probeer ik te bereiken door het gebruik van een sterk contrast tussen licht en donker en een spannend lijnenspel.’

Eindexamen 2016. Techniek: schilderen. ‘Ik schilder bij voorkeur vrouwen gehuld in delicate stoffen. De liefde voor mooie stoffen is me met de paplepel ingegoten. Mijn moeder was coupeuse en ons huis was haar atelier. Om de stofuitdrukkingen zo goed mogelijk te benaderen maak ik gebruik van verschillende olieverftechnieken: laag over laag, á la prima, glacerend en met toetsjes. Mijn onderwerpen benader ik intuïtief. Ik zoek daarbij naar kracht in zowel het onderwerp als de compositie.’

Eindexamen 2018. 'Mijn werk bestaat uit schilderijen en tekeningen (houtskool, krijt). Ik schilder met olieverf, acryl, eitempera en aquarel. In mijn werk wil ik de ruimte en het licht om ons heen verbeelden. Ik ben geboeid door verlaten ruimten, op de grens tussen stad en natuur. Het gaat mij om de impressie; graag wil ik voor de toeschouwer ruimte laten voor zijn eigen waarneming en ideeën. Ik schilder graag met een losse toets'.

Eindexamen 2016. Techniek: schilderen (olieverf, eitempera). ‘Mijn onderwerpen vind ik buiten in de natuur. Ik heb me gespecialiseerd in gelaagd schilderen. Het liefst schilder ik met eitempera. De verf heeft een fluweelachtige verfhuid en is daardoor erg geschikt om de sfeer en rust, die mijn onderwerpen uitstralen, weer te geven.’

Eindexamen 2017. Techniek: schilderen (acrylverf, olieverf, aquarel), tekenen (houtskool, pastel), gemengde technieken. ‘De seizoenen zijn voor mij de grootste bron van inspiratie. Die schilder ik meestal op ‘eigen erf ‘ naar waarneming met olieverf en paletmes. Met olieverf werk ik alleen buiten, in het atelier schilder ik monumentaal werk met acrylverf. De inspiratiebron is dan nog steeds werk dat ik buiten gemaakt heb, maar het gaat verder over je balans zoeken en vinden.